Er doen dit jaar 37 partijen mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Dat zijn er meer dan ooit. Voor mij als kiezer wordt het er zo niet duidelijker op. Wat zijn de hoofdlijnen op basis waarvan ik een gefundeerde keuze kan maken? Ook na het invullen van de stemwijzer ben ik nog niks wijzer. Er zijn nu 5 partijen waar ik op zou kunnen stemmen en ik vraag mij oprecht af waarom die 5 dan niet samen 1 zijn. Op hooflijnen zijn zij het blijkbaar met elkaar eens. Zou het niet veel beter zijn om te kijken naar de overeenkomsten in plaats van de verschillen?
‘Agree to disagree’
Waarom benadrukken we steeds weer de verschillen en zoeken we niet meer naar overeenkomsten? Kunnen we nog wel echt zoeken naar een oplossing als we alleen maar kijken naar de verschillen? Is die diversiteit aan partijen het resultaat van communicatie tégen elkaar in plaats van mét elkaar? Van Diederik Gommers en Ernst Kuipers leren we dat echt luisteren naar de ander en in gesprek blijven een hele kunst is, maar uiteindelijk wel het meeste oplevert. We moeten mét elkaar blijven communiceren. Dus wanneer je het niet met elkaar eens bent, begin dan geen nieuwe partij maar praat met elkaar. Scheid hoofd- en bijzaken van elkaar en laat het soms bij een ‘agree to disagree’.
Sfeer
Ik maak graag de vergelijking met hoe wij kinderen leren zwemmen. Onze einddoelen zijn vaak hetzelfde. Alleen omdat de visie op de route naar dat einddoel verschilt, lijken er grote verschillen te zijn. Maar in de kern zijn wij het vaker met elkaar eens dan we soms denken. Laten we daarom ook meer dan ooit nu op zoek gaan naar de onderlinge raakvlakken. Denken vanuit een gezamenlijk perspectief. In de ‘wij’-stand in plaats van de ‘ik tegen de ander’-stand. Net als met de ‘Roos van Leary’, een communicatiemodel dat ik vaak gebruik in mijn adviezen. Het komt er hierbij op neer dat je in de communicatie door je eigen houding de houding van de ander kan beïnvloeden. Oftewel als ik energie stop in de zoektocht naar raakvlakken met anderen, is de kans groot dat die ander daar ook toe bereid is. Ik ben er dan ook van overtuigd dat zoeken naar overeenkomsten een positieve bijdrage levert aan de sfeer.
Leswijzer
Ik houd mij veel bezig met het relatiebeheer met zwemlesouders en dan komt deze houding ook goed van pas. Betrokken ouders zorgen voor een prettige sfeer en dat vergroot weer de kans dat kinderen het hele lestraject afmaken. Maar ik kan me nog veel meer situaties voorstellen waarbij het kan helpen. In onze branche zijn veel verschillende aanbieders en meerdere diplomalijnen, maar ook de invulling van het zwemlestraject is anders. Laten we ook hier vooral zoeken naar onze onderlinge overeenkomsten en onze boodschap en visie voor ouders zo duidelijk mogelijk vertellen. Een leswijzer maken, zodat ouders van tevoren een bewuste keuze kunnen maken op basis van duidelijke standpunten. En als ze dan vragen hebben of het niet eens zijn met de gang van zaken, gaan we in gesprek met elkaar en houden we de relatie overeind. In the end is dat toch voor iedereen veel leuker?
Deze blog verscheen eerder op zwembadbranche.nl.